Brieven 446-593
Deel 4 opent met een brief van Erasmus aan paus Leo x, gevolgd door een soort autobiografische schets aan de pauselijk secretaris. Met beide brieven beoogt Erasmus de fel begeerde dispensaties te krijgen. Deze worden hem uiteindelijk verleend. Hij wordt vrijgesproken van afvalligheid en excommunicatie, bevrijd van zijn kloostergeloften en gerechtigd om meer dan een prebende te aanvaarden en die om te zetten in een jaargeld. Hij is dan ook niet erg bereid om naar Frankrijk te vertrekken, waar Budé hem in naam van de koning heen tracht te lokken. Budé is een groot geleerde, maar hij heeft een ondoorgrondelijke, ingewikkelde stijl. Hij verwijt Erasmus te veel over futiliteiten te schrijven. Erasmus dient hem meesterlijk van repliek, want hij heeft er als raspedagoog een grote hekel aan de dingen nodeloos ingewikkeld te maken. En zo spreekt overal en steeds weer het gezonde verstand.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.